In industriële processen worden regelaars toegepast door een gemeten waarde te vergelijken met een gewenste waarde en op basis daarvan
een corrigerend orgaan aan te sturen. Een voorbeeld hiervan is een regelaar die de actuele waarde van een flowmeter krijgt en die
vergelijkt met de ingestelde gewenste flow. De regelaar stuurt vervolgens een regelklep aan die de doorgang in de leiding verder open of
dicht stuurt om de gewenste flow te bereiken. Er zijn eenvoudige aan-uit regelaars, maar ook geavaceerde PID-regelaars. PID is een afkorting voor Propotioneel, Integraal en Differentiaal regelen.
In tegenstelling tot aan-uit regelaars stuurt een proportionele regelaar harder als je verder van de gewenste waarde af zit en minder
hard als je daar vlak bij bent. Dit maakt de regeling dus een stuk minder hard, maar een proportionele regeling kan nog steeds iets
doorschieten over de gewenste waarde heen. Om dat tegen te gaan kun je op sommige regelaars een integratie-tijd instellen, zodat de
regeleing wat wordt gemiddeld over een langere tijd. Hoe langer de integratietijd, hoe rustiger, maar ook hoe trager, de regeling wordt.
Het is dus van belang om hierin de juiste balans te vinden. De differentiaal functie van regelaars voorkomt doorschieten bij met name
trage processen, zoals een temperatuurregeling. Op basis van de snelheid van de verandering in de meetwaarde voorspelt een
differentiale-regelaar eigenlijk wanneer de gewenste waarde wordt bereikt.
